Terugkeercijfers blijven onverminderd laag
Terwijl het aantal asielaanvragen dit jaar piekt tot een historische hoogte, blijft de terugkeer onverminderd laag. “Zelfs in de meest ruime en welwillende interpretatie, met gedwongen en vrijwillige terugkeer, terugdrijvingen aan de grens en terugkeer via Fedasil, keerden in de eerste vier maanden van dit jaar amper 3.207 personen terug”, zegt fractievoorzitter in de Kamer Barbara Pas. “Het aantal terugkeerders ligt nog steeds veel lager in vergelijking met het aantal terugkeerbesluiten. De druk op herkomstlanden om hun illegale of veroordeelde onderdanen terug te nemen moet worden opgevoerd.”
Via de Dienst Vreemdelingenzaken keerden in de eerste vier maanden van dit jaar 1.162 personen gedwongen terug, 330 personen keerden vrijwillig terug. Daarenboven werden 31 gedetineerden overgebracht naar een andere lidstaat. We telden 655 terugdrijvingen aan de grens. Daarnaast keerden 1.029 immigranten (illegalen) vrijwillig terug met ondersteuning van Fedasil. In zijn totaliteit bekeken wil dat zeggen dat er 3.207 immigranten dit land vrijwillig of gedwongen verlieten.
“Slechts 23 procent van de personen die dit land moesten verlaten, deed dit effectief”
Pas wijst op het schril contrast met de 13.484 personen die in de eerste vier maanden van dit jaar een terugkeerbesluit kregen. “Hoewel er enige voorzichtigheid aan de dag gelegd moet worden om beide zaken te vergelijken met elkaar, wil dat min of meer zeggen dat slechts 23 procent van de personen die dit land moesten verlaten, dat effectief deed”, aldus het Kamerlid. “Van de 10.000 die hun bevel om het grondgebied te verlaten (nog) niet opvolgde, kan aangenomen worden dat de meerderheid wellicht nog steeds illegaal op dit grondgebied verblijft.”
Het ziet er dan ook niet naar uit dat het aantal bevelen om het grondgebied te verlaten zal dalen in de nabije toekomst. In de eerste vijf maanden van dit jaar telden we intussen al 15.115 asielaanvragen, dat betekent een stijging van 20 procent ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. “Aangezien de erkenningsgraad slechts rond de 46 procent schommelt, wil dat zeggen dat er voor de eerste vijf maanden van dit jaar wellicht zo’n kleine 7.000 uiteindelijk geen recht zullen hebben op asiel en dit land zullen moeten verlaten”, vervolgt Pas.
“De aankondiging van 50 extra plaatsen in het nieuwe terugkeercentrum in Steenokkerzeel is uiteraard een goede zaak, en is een belangrijke schakel in de ‘terugkeer-keten’, maar is onvoldoende”, besluit Pas. “De druk op herkomstlanden om hun illegale of veroordeelde onderdanen terug te nemen moet worden opgevoerd en gekoppeld aan andere maatregelen, zoals ontwikkelingssamenwerking, het verlenen van visa, arbeidsmigratie of handelsakkoorden. Dit moet, samen met maatregelen om de instroom te beperken, minstens opgenomen worden in het regeerakkoord.”