Taalverhoudingen binnen personeelsbestand Infrabel onaanvaardbaar
Het Vlaams Belang klaagt de samenstelling van het personeelsbestand bij Infrabel aan. “Het spoorbedrijf had begin dit jaar 9.533 personeelsleden in dienst, waarvan bijna 53 procent Franstaligen”, zegt Kamerlid Frank Troosters (Vlaams Belang) die hierover de cijfers opvroeg bij minister van Mobiliteit Georges Gilkinet (Ecolo). “Dat is een grove ondervertegenwoordiging van de Nederlandstaligen. We eisen een juiste personeelsinvulling met respect voor correcte taalverhoudingen.”
“Aangezien de bevolking in dit land is samengesteld uit ongeveer 60 procent Nederlandstaligen en 40 procent Franstaligen zou het logisch zijn deze verhoudingen terug te vinden binnen onze federale overheidsbedrijven”, aldus Troosters. “Bij meerdere overheidsbedrijven is dit niet het geval maar de situatie bij Infrabel tart echt alle verbeelding. Dat de Nederlandstaligen zelfs in de minderheid zijn is ongezien.”
“De scheve situatie bij Infrabel evolueert nog verder in de verkeerde richting”
Bovendien lijkt er van enige intentie tot het bijsturen van de taalverhoudingen binnen het personeelsbestand bij Infrabel geen sprake te zijn. “Integendeel, in 2021 was bijna 54 procent van de nieuw aangeworven personeelsleden Franstalig”, vervolgt Troosters. “Bovendien blijkt Infrabel geen zicht te hebben op de personeelssamenstelling bij al haar actieve onderaannemers op de verschillende spoorwerven.”
“Dat Infrabel een Franstalig bolwerk is, is geen verrassing”, aldus nog Troosters. “Decennialang kende dit land immers Franstalige ministers van Mobiliteit en Overheidsbedrijven en Franstalige CEO’s van Infrabel. “Van Melchior Wathelet (les Engagés), Catherine Fonck (Les Engagés), Jacqueline Galant (MR), Fançois Bellot (MR) en Luc Lallemand tot Georges Gilkinet en Benoît Gilson onder wie duidelijk geen beterschap te verwachten valt.”
“Ik zal de bevoegde minister Gilkinet ondervragen over de wanverhoudingen binnen het personeelsbestand van Infrabel”, besluit Troosters. “De samenstelling van het personeelsbestand binnen de federale spoorbedrijven en de gemaakte strategische beleidskeuzes waarbij het bedienen van Waalse economische belangen vooropgesteld worden, tonen opnieuw de noodzaak van een autonoom Vlaams spoorbeleid aan.”