Studieduurvertraging wordt erger, West-Vlaamse studenten beste hoger onderwijs
West-Vlaamse studenten blijven veruit aan de top als het gaat over studierendement in het hoger onderwijs. Het aandeel bachelorstudenten dat er in het modeltraject afstudeert is bijna 8 procentpunten hoger dan het Vlaamse gemiddelde. Weliswaar daalt dit aandeel in elke provincie ieder jaar verder. “Nieuwe studenten zijn alsmaar minder goed voorbereid op hogere studies, wat een bedreiging vormt voor de kwaliteit van onze opleidingen en economische positie”, waarschuwt Vlaams Parlementslid Roosmarijn Beckers. “Daarom moeten we sterker inzetten op een bewaking van de instroom in onze opleidingen, op adequate studie-oriëntatie en een kwaliteitsvolle begeleiding.”
Uit recent opgevraagde cijfers door Roosmarijn Beckers bij onderwijsminister Ben Weyts (N-VA) blijkt dat 37,6% van de West-Vlaamse bachelorstudenten die in het academiejaar 2017-2018 startten met hun bachelor hun diploma behaalden in het modeltraject van 3 jaar. Zij doen het daarmee 8 procentpunten beter dan de rest van Vlaanderen, want het Vlaanderenbrede aandeel ligt slechts op 29,8%. West-Vlaanderen telt ook minder studenten die uiteindelijk diplomaloos hun studies verlaten; dat aandeel ligt er op 26,5%, terwijl dit op Vlaams niveau 31,2% is. “Studenten uit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest scoren dan weer het slechtst. Alle andere provincies, zoals ook mijn thuisprovincie Limburg, zitten rond dat Vlaamse gemiddelde”, weet Beckers.
“Weyts moet de verplichte instapproeven sneller invoeren om ons hoger onderwijs kwaliteitsvol en betaalbaar te houden”
Tien jaar geleden behaalde nog 36,7% van de Vlaamse bachelorstudenten hun diploma in het modeltraject. Maar ook bij de koploper West-Vlaanderen zien we doorheen de tijd een gelijke daling. “Dat is dan ook een zorgwekkende evolutie”, stelt Beckers. “Het aandeel modelleerlingen dat in ons leerplichtonderwijs alsmaar smaller wordt, zien we nu ook jaar na jaar doorsijpelen in de slaagcijfers van het hoger onderwijs. Dit ondergraaft mede de kwaliteit van onze hogeronderwijsinstellingen.” Bovendien is dit ook een grote kost voor de overheid en de belastingbetaler. “Jaarlijks zijn er zo’n 15.000 personen die starten en uiteindelijk geen diploma behalen. Als je weet dat de kostprijs van een jaar studeren voor de samenleving zo’n 13.000 euro is, is de rekening gauw gemaakt.”
De dalende trends tonen vooral het belang van goede studie-oriëntatie. “Daarom pleiten wij voor de snelle algemene invoer van de door minister Weyts aangekondigde verplichte instapproeven”, vervolgt Beckers. “Maar we moeten durven om bij richtingen waar het studierendement erg laag ligt, ook echte toelatingsexamens in te voeren. Enkel zo kunnen we ons Vlaams hoger onderwijs kwaliteitsvol en betaalbaar houden. Iedereen die bekwaam is mag in ons hoger onderwijs beginnen, maar het is niet favorabel om jongeren die de nodige startcompetenties ontberen voor een bepaalde studierichting toch te laten instromen.”
Ten slotte wijst Beckers ook op het belang van goede studiebegeleiding gedurende de studieloopbaan. “Nu is die door de schaalgrootte van ons hoger onderwijs vaak miniem. Besparingen binnen de werking van het hoger onderwijs zorgden ervoor dat de groei aan studenten niet evenredig bemiddeld werd met extra investeringen in personeel. Het budget dat je uitspaart door vooraf jongeren met te matige capaciteiten eruit te filteren, kun je dus hieraan spenderen.”