Ook nieuwe staatsbon van Van Peteghem zal doel missen
Het Vlaams Belang is op zich niet tegen de uitgave van staatsbonnen, maar voor de partij blijft de voornaamste doelstelling dat de kleine spaarder een hogere rente dient te krijgen. “Minister van Financiën Vincent Van Peteghem (cd&v) mag zoveel hij wil uitbazuinen dat de vorige staatsbon een grandioos succes was, maar in zijn doelstelling, de rente op de spaarboekjes verhogen, is die absoluut niet geslaagd”, zegt Kamerlid Wouter Vermeersch. “En dat zal met de nieuwe staatsbon ook niet lukken.”
De door Van Peteghem aangekondigde nieuwe staatsbon wordt geen heruitgave van de vorige, die gekenmerkt was door een korte looptijd van slechts één jaar en 15 procent roerende voorheffing. Nu komt er een staatsbon met een looptijd van 5 en 8 jaar, met 30 procent roerende voorheffing. “Een staatsbon van 5 en 8 jaar is al helemaal geen waardig alternatief voor de kleine en gewone spaarder, want het geld staat al die jaren vast”, aldus Vermeersch. “En daar komt bovenop dat men maar liefst 30 procent roerende voorheffing betaalt. Op een spaarboekje is er een vrijstelling van belasting.”
“Minister moet banken onder druk zetten om zelf stappen te nemen”
“Op een aantal manieren was de staatsbon met een looptijd van een jaar zeker succesvol te noemen, maar op de spaarrente had die helaas geen positieve impact, daarvoor hebben de banken niet of onvoldoende bewogen”, aldus Vermeersch, die opmerkt dat de Europese Centrale Bank (ECB) de rente ondertussen herhaaldelijk heeft opgetrokken, waardoor de kloof tussen wat banken zelf krijgen bij de Centrale Bank of op woonleningen, en wat de spaarder van hen terugkrijgt alleen maar groter is geworden. “Een deel van die winst moet opnieuw bij de kleine spaarder terechtkomen.”
“Een staatsbon is een nuttig product, maar ook wie daarin investeert, heeft een bedrag op zijn spaarboekje waar hij te weinig rente op krijgt”, besluit Vermeersch. “Om hieraan te verhelpen, moet de minister de banken onder druk zetten door de minimumrente te verhogen. De spaarrente kan zo geleidelijk aan verhoogd kan worden richting 2,5 tot 3 procent.”
