Nieuwe termijn Europees Parlement op hypocriete en ondemocratische wijze van start gegaan
Vandaag vinden in Brussel de eerste commissievergaderingen plaats van het nieuwe Europees Parlement. Tijdens deze ‘constituerende vergaderingen’ kiest elke commissie haar voorzitter en ondervoorzitters, proportioneel verdeeld tussen de politieke fracties op basis van hun grootte. “Maar een omstreden akkoord tussen de Groenen, de socialisten (S&D), de liberalen (Renew) en zelfs de christendemocraten (EVP) ontnam de vertegenwoordigers van de derde grootste groep, de Patriotten voor Europa, waartoe het Vlaams Belang behoort, de rechtmatige kans op deelname aan het bestuur. Ondanks hun aanzienlijke electorale gewicht”, zegt fractievoorzitter Tom Vandendriessche (Vlaams Belang). “Op die manier wordt de oppositie haar belangrijke controlefunctie ontnomen.”
In eerste instantie kregen de Patriots, volgens het systeem Dhondt, het voorzitterschap toegewezen van de cultuur- en transportcomissies, evenals een achttal ondervoorzitters, onder meer in de commissies voor landbouw, buitenlandse zaken, begrotingscontrole en burgerlijke vrijheden. “Overal werden deze functies door andere groepen ingepikt”, merkt Vandendriessche op. “Het Europees Parlement is wel bijzonder hypocriet. Zo werd uitgerekend in de LIBE-commissie, die moet waken over de democratische rechtstaat, onze kandidaat haar legitieme positie brutaal afgenomen.”
“Herstel van de democratie is een opdracht voor toekomstige nationalistische meerderheden”
Volgens het reglement van het Parlement moet de samenstelling van de bestuursorganen zoveel mogelijk de machtsverhoudingen in het Parlement weerspiegelen. Vandendriessche klaagt aan dat de oppositie op deze manier haar belangrijke controlefunctie ontnomen wordt: “Net zoals elke burger proportioneel vertegenwoordigd wordt naargelang de stemmen, is in het Parlement zelf ook een proportionele vertegenwoordiging nodig in de bestuursorganen. Niet alleen om een reflectie te zijn van de democratische keuze, maar ook omdat anders de meerderheid de oppositie haar controlefunctie ontneemt.”
Het feit dat de nationalistische kiezers genegeerd worden, stoort Vandendriessche nog het meest: “Het is zorgwekkend dat de meerderheid de rechten van de minderheid afneemt. Zij beseffen allicht niet goed dat hun meerderheid maar tijdelijk is. Democratie betekent dat het volk de macht heeft en bijgevolg is de oppositie net zo relevant als regering. Het herstel van de democratie in al zijn aspecten is een opdracht voor toekomstige nationalistische meerderheden.”
