Minimumpensioen meewerkende echtgenoten: discriminatie blijft
De Kamer stemde gisterenavond unaniem in met een wetsontwerp om meewerkende echtgenoten toegang te geven tot een volwaardig minimumpensioen. “Een eerste stap in de juiste richting” zegt volksvertegenwoordiger Ellen Samyn, “maar helaas zijn de onrechtvaardigheden nog lang niet weggewerkt.”
Met het wetsontwerp kunnen meewerkende echtgenoten die aan bepaalde voorwaarden voldoen en vanaf 1 januari 2023 met pensioen gaan, eindelijk genieten van een minimumpensioen. Maar het wetsontwerp is deels een gemiste kans, volgens Samyn: “Meewerkende echtgenoten die weliswaar aan alle voorwaarden voldoen, maar vóór 1 januari 2023 met pensioen gingen, zullen uitgesloten blijven van de regeling. Daarnaast stelt het wetsontwerp ook dat men slechts van deze nieuwe regeling kan genieten wanneer de meewerkende echtgenoot zich op 01-7-2005 aansloot bij het zogenaamde maxi-statuut, en niet vanaf 01-7-2005.”
“Cordon sanitaire primeert op welzijn van de mensen, ook wanneer het gaat over het minimumpensioen van de meewerkende echtgenoten”
“Deze onlogische beperking sluit heel wat personen uit. Wie bijvoorbeeld begin 2006 zou aansluiten en voldoet aan alle voorwaarden, zou toch niet in aanmerking komen wanneer men de strikte lezing ‘op 1 juli 2005’ volgt.” Daarom diende de Vlaams Belang-fractie enkele amendementen in om die beide problemen recht te trekken. De Vlaams-nationalistische partij wil namelijk dat meewerkende echtgenoten die vanaf 01-7-05 in het statuut instapten van het minimumpensioen kunnen genieten, én dat dit ook mogelijk zou worden voor wie voor 1 januari 2023 met pensioen ging of zou gaan.
De beide Vlaams Belang-amendementen werden echter verworpen. “Opnieuw stellen de traditionele partijen het cordon sanitaire boven het welzijn van onze mensen”, stelt Samyn vast. “Hierdoor werd een halfslachtig wetsontwerp goedgekeurd dat de jarenlange onrechtvaardigheid niet uit de wereld helpt, maar net bestendigt”.
