Persberichten
maandag, 16 sep 2024

Gezinshereniging moet verstrengd worden, net zoals in Nederland

Foto: Shutterstock. Gezinshereniging moet verstrengd worden, net zoals in Nederland

Terwijl de Nederlandse regering, zoals blijkt uit pagina 20 van haar regeerakkoord, de wetgeving omtrent de gezinshereniging zoveel mogelijk zal verstrengen, tonen nieuwe cijfers in dit land opnieuw een stijging van het aantal gezinsmigranten aan. In 2022 ging dit tegenover 2021 met 6 procent omhoog. “België mag daarom niet achterblijven, en moet op haar beurt ook de gezinsherenigingswetgeving verstrengen”, zegt Kamerlid Francesca Van Belleghem (Vlaams Belang). “Het is trouwens opmerkelijk dat er nog steeds geen cijfers beschikbaar zijn over 2023. Maar de verwachting is dat die cijfers nog hoger zullen liggen.”

In 2022 werden in België maar liefst 59.433 eerste verblijfstitels afgegeven ‘om familiale redenen’, gezinshereniging dus. 22.998, of 39 procent, kwamen daarbij van buiten de EU. Van de 211.822 immigranten die in 2022 werden geregistreerd, kwamen 59.433 of 28 procent op het conto van gezinshereniging. Dat wil dus zeggen dat drie op de tien immigranten in dit land een ‘volgmigrant’ is. “Sinds 2010 kwamen 687.164 immigranten België binnen via gezinshereniging, dat is evenveel als het aantal inwoners van Antwerpen en Brugge samen”, aldus Van Belleghem. “Een onhoudbare toestand, waarin we, naar het voorbeeld van onze noorderburen, dringend verandering moeten brengen.”  

“Verstrengen, zoveel als de EU toelaat”

“Op termijn moet er op vlak van asiel- en migratie, net zoals in Denemarken het geval is en Nederland van plan is, een opt-out bekomen worden”, besluit Van Belleghem. “In afwachting daarvan moet de volgende federale regering onze wetgeving rond gezinshereniging ook zo veel mogelijk verstrengen, zoveel als de EU toelaat. Om alvast drie voorbeelden van eenvoudige maatregelen te noemen: de periode waarin asielzoekers gezinsleden quasi onvoorwaardelijk kunnen laten overkomen, moet ingeperkt worden van twaalf maanden tot het Europese minimum van drie maanden; de inkomstenvereisten moeten worden opgetrokken; en de definitie van het begrip ‘gezin’ dient zo strikt mogelijk te worden geïnterpreteerd.”