“Energiebesparende maatregelen bij Federale Politie zijn ronduit absurd”
De federale politie heeft maatregelen uitgevaardigd om de energiekosten te drukken. Een aantal maatregelen zijn volgens het Vlaams Belang echter absurd en getuigen van erg weinig respect voor het personeel. Zo mogen politievoertuigen bijvoorbeeld niet sneller dan 100 kilometer per uur rijden op de snelweg wanneer er geen sprake is van operationele hoogdringendheid. “Dit zijn ronduit kafkaiaanse toestanden”, zegt Kamerlid Ortwin Depoortere.
Een 20-tal aandachtspunten moeten samen de energiefactuur bij de politie met 15 procent doen afnemen. Naast de verlaging van de snelheid zullen federale politieambtenaren ook hun elektrische fiets niet meer mogen opladen op het werk en moet de verwarming in hun werkplaats omlaag: tot maximaal 19 graden tijdens de werkuren en 14 graden buiten de openingsuren. “Minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (cd&v) wil de politie voor te stellen als een aantrekkelijke en moderne werkgever”, merkt Depoortere op. "Maar dit soort absurde maatregelen werkt contraproductief. De politie blijft trouwens kampen met een historisch personeelstekort."
“Politiemensen verdienen veel meer respect”
“De federale politie beschikt over heel wat slecht geïsoleerde gebouwen en ik verneem dat politieambtenaren vandaag al in bepaalde noodcentrales met een dekentje en een muts op hun werk moeten uitoefenen” aldus Depoortere. “Binnenkort mogen ze dan ook nog eens met een platte batterij in hun elektrische fiets naar huis.” Volgens het personeel werd jaren geleden een vraag om de gebouwen beter te isoleren afgedaan als ‘te duur’. Vanuit de politie zijn alvast erg kritische geluiden te horen over de maatregelen.
De maatregelen werden vorig jaar al aangekondigd, maar belandden terug in de kast. Nu blijken ze alsnog ingevoerd te worden. “Bij elke andere werkgever zou dit als respectloos en ongepast gezien worden”, besluit Depoortere. “Onze politiemensen verdienen veel meer respect van hun werkgever dan de Kafkaiaanse toestanden waarin ze nu beland zijn.”