Eerste helft van het begrotingsjaar 2025 is al verloren
De administratieve diensten van het federaal parlement hebben een kalender verspreid waaruit blijkt dat vanaf maandag 11 maart 2025 de voorlopige twaalfden over de maanden april, mei en juni 2025 zullen worden geopend in de commissie Financiën en Begroting. Door het werken met een noodbegroting of zogenaamde voorlopige twaalfden tot eind juni, is de eerste helft van het begrotingsjaar 2025 al verloren. “De Belgische staatsschuld stijgt tot meer dan 1.000 euro per seconde. Elk verder uitstel is onaanvaardbaar en verhoogt de druk op de belastingbetalers”, zegt Kamerlid en begrotingsspecialist Wouter Vermeersch (Vlaams Belang). “Het uitblijven van broodnodige hervormingen heeft verregaande gevolgen voor de houdbaarheid van de financiën in dit lamlendige land. Iedereen weet dat de schulden van vandaag de belastingen van morgen zijn.”
In oktober 2024 stelde N-VA-voorzitter Bart De Wever nog in een interview dat als de budgettaire toestand moet worden rechtgetrokken, het budgetjaar 2025 niet mocht verloren gaan. 'Want dan heb je al zo goed als verloren', klonk het. “Drie maanden later moeten we toch de pijnlijke vaststelling komen dat de eerste helft van 2025 verloren is”, aldus Vermeersch. “We gaan van het ene zogenaamde ‘moment van de waarheid’, over tot de volgende zogenaamde ‘beslissende fase’ naar een ander zogenaamd ‘cruciaal moment’. Aan deadlines alleszins geen gebrek.”
“Een totaal gebrek aan leiderschap en verantwoordelijkheid”
Het ontlokte Vlaams minister-president Matthias Diependaele (N-VA) de vaststelling dat de federale formatie opnieuw aantoont dat België niet werkt. “Het zijn niet mijn woorden, het zijn de woorden van Diependaele, eind vorig jaar in Knack”, gaat Vermeersch verder. “En hij heeft uiteraard gelijk, maar de N-VA moet daar eindelijk eens conclusies uit trekken en daden aan koppelen.”
“Terwijl de hardwerkende Vlamingen maandelijks alle rekeningen betaald moeten zien te krijgen, blijft de regering de schulden opstapelen en Europa om uitstel smeken”, besluit Vermeersch. “Dit getuigt van een totaal gebrek aan leiderschap en verantwoordelijkheid.”