De Senaat is een nutteloos resolutieparlement
De Senaat heeft er weer bijna vijf jaar werkzaamheden opzitten. Het is een gelegenheid voor de Vlaams Belang-fractie om de activiteiten van deze instelling nog eens op te lijsten. “Zoals wij al jaren verkondigen, bewijzen de cijfers van die oefening andermaal dat deze instelling geen enkel bestuurlijk nut meer heeft en daarom best zo snel mogelijk wordt opgedoekt,” zeggen de Vlaams Belang-senatoren Guy D’haeseleer en Anke Van dermeersch.
Op vijf jaar tijd zijn er welgeteld zeven wetgevende initiatieven van senatoren die effectief wet zijn geworden. Dat is nauwelijks iets meer dan één per jaar. Daarnaast zijn er twaalf wetten die eerst in de Kamer waren gestemd, die ook nog eens langs de Senaat zijn gepasseerd, in de regel zonder dat daar nog enige wijziging bij werd aangebracht. “Op wetgevend vlak is de rol van de Senaat dus andermaal weer bijzonder marginaal gebleken”, zegt Vlaams Belang-fractieleider Guy D’haeseleer. “Het bewijst nog maar eens dat op dat vlak de rol van de Senaat echt wel totaal is uitgespeeld.”
Waar de instelling de jongste vijf jaar wel actief in geweest is, is op het vlak van het produceren van resoluties: 54 in totaal. Daarnaast werden er ook nog vier informatieverslagen afgeleverd, een soort studies over een bepaald onderwerp “De Senaat is dus vooral een resolutieparlement geworden,” zegt Van dermeersch daarover. “Maar een resolutie is niet meer dan een aanbeveling aan anderen over een materie waarvoor men zelf niet bevoegd is. De politieke impact daarvan is in de regel dan ook nul komma nul. En die informatieverslagen, waar overigens niemand om gevraagd heeft, zou men evengoed door een studiebureau kunnen laten verrichten. Dat zou alvast veel goedkoper uitkomen dan de pakweg 45 miljoen die de Senaat nu elk jaar de belastingbetaler kost.”
“Een overbodige praatbarak zonder meerwaarde”
Verder zijn er nog 2.230 schriftelijke vragen die door senatoren aan de ministers van de federale regering werden gesteld. Gemiddeld werd er dus elke dag 1,2 schriftelijke vragen gesteld, en dat vanwege niet minder dan 60 senatoren. In vergelijking met de bijna 68.000 vragen die in de Kamer werden gesteld, zinkt dat getal in het niet. “Die vragen hadden bovendien evengoed in de Kamer kunnen worden ingediend”, stelt Van dermeersch “dus ook hier is er geen enkele meerwaarde. De Senaat is gewoon een overbodige praatbarak die best zo snel mogelijk wordt opgedoekt. Het weinige dat hij nog doet kan evengoed in de Kamer gebeuren.”
Het Vlaams Belang roept dan ook alle andere partijen op om deze realiteit onder ogen te zien en er de nodige besluiten uit te trekken. “Weldra moeten zowel Kamer als Senaat zich buigen over de aanduiding van de artikelen van de Grondwet die in de volgende bestuursperiode kunnen worden herzien. Wij dringen erop aan dat zowel de regering, de Kamer als de Senaat minstens alle artikelen die over de Senaat handelen in herziening stellen, zodat deze de volgende legislatuur effectief kan worden afgeschaft,” meldt D’haeseleer. De partij heeft daartoe in elk geval zelf reeds de nodige voorstellen ingediend.