“Comateuze senaat kostte 200 miljoen euro. Schaf ze af”
Anke Van dermeersch bepleit soepelere grondwetsherziening
“Een overbodige, comateuze instelling zonder bestaansreden maar met een kostprijs van meer dan 200 miljoen euro per legislatuur.” Zo noemde Vlaams Belang-fractieleider Anke Van dermeersch de Senaat tijdens de laatste zitting van de ‘Hoge Vergadering’. Van dermeersch pleitte er voor de afschaffing van de instelling.
Het Vlaams Belang dringt al geruime tijd aan op de afschaffing van de Senaat. Het huidige tweekamerstelsel heeft immers een te hoge kostprijs en geeft aanleiding tot ellenlange vertragingen op wetgevend vlak. Niet in het minst inzake de grondwetsherziening. Naast de bezwaren omtrent de logheid van deze procedure, kan er ook tegen worden ingebracht dat zij niet democratisch is omdat een herziening van de Grondwet momenteel slechts kan plaatsgrijpen indien de federale wetgevende macht, met name de Koning, de Kamer van volksvertegenwoordigers en de Senaat, gelijkelijk te kennen geven dat er redenen zijn tot herziening van de Grondwet. “In een parlementaire democratische samenleving komt het in principe enkel het parlement toe, als vertegenwoordiger van de burgers die dit in vrije verkiezingen hebben verkozen, om zich uit te spreken over wijzingen aan hét basisdocument inzake staatsorganisatie en rechten en plichten van de burgers”, aldus Van dermeersch.
Ook de niet-herziening van artikel 195, die een grote staatshervorming mogelijk maakt, is Van dermeersch een doorn in het oog. Nochtans had de N-VA dat bij het begin van de regeerperiode in het vooruitzicht gesteld om de Vlaamse Beweging te sussen. “Ofwel heeft de N-VA haar achterban flink voorgelogen ofwel pleegt deze regering woordbreuk.” De les mag, aldus Van dermeersch, voor Vlaams-nationalisten in alle geval wel duidelijk zijn: de federale participatiestrategie leidt nergens toe, tenzij tot bedrog of tot bedrogen worden.
Tot slot pleitte Van dermeersch voor de afschaffing van de senaat. “Deze assemblee heeft de jongste vijf jaar een quasi comateus bestaan beleefd en toch kostte ze de belastingbetaler de afgelopen bestuursperiode meer dan 200 miljoen euro. Men kan niet van de mensen verwachten dat ze de riem moeten aanhalen met een indexsprong, een verhoging van de pensioenleeftijd en de verhoging van allerlei taksen en accijnzen en intussen een peperdure instelling in stand houden die niet de minste meerwaarde biedt.”