“Boekhouding van Sociale Zekerheid is grote knoeiboel”
Het Rekenhof publiceerde recent zijn 179ste boek over de sociale zekerheidsinstellingen. “Dat jaarlijks verslag staat ook wel bekend als ‘het blunderboek’, omdat het sinds jaar en dag de slechte kwaliteit van de boekhouding bij tal van overheidsinstellingen aanklaagt en in het bijzonder bij de instellingen van de sociale zekerheid”, zegt Kamerlid Wouter Vermeersch. “En veel beterschap lijkt er ook nu weer niet op komst, ondanks alle eerdere beloftes.”
“Veel van die instellingen komen jaren te laat met hun financieel rapport”, merkt Vermeersch op. “Zo moet de Rijksdienst voor Ziekte en Invaliditeit (RIZIV) zelfs zijn jaarrekeningen over 2017 en volgende jaren nog opstellen. Er vloeien nochtans gigantische sommen geld door deze instelling: tot 36 miljard euro per jaar.”
“De boekhoudkundige knoeiboel, zeker over de sociale zekerheidsinstellingen, toont de onwerkbaarheid van België aan”
Niet alleen zijn veel van die instellingen onaanvaardbaar laat met het opstellen van hun rekeningen, ook stelt het Rekenhof belangrijke fouten vast. “De boekhoudregels voor overheidsinstellingen werden jaren geleden aangepast om ze wat meer in overeenstemming te brengen met de boekhoudprincipes zoals die voor ondernemingen gelden”, vervolgt Vermeersch. “Maar nog altijd slagen die instellingen er niet in om de principes correct toe te passen. Dit is een onaanvaardbare toestand. Wie niet over een goede boekhouding beschikt, is ook slecht geïnformeerd om begrotingen op te stellen. Het bestuur van deze instellingen en dus ook de politiek varen zonder kompas. Onvermijdelijk leidt dit tot verkeerde bestedingen en verspillingen.”
De impasse waarin deze boekhoudafdelingen zitten heeft ook duidelijk een communautair kantje. “In nogal wat van die instellingen is de verhouding tussen Vlamingen en Franstaligen op zijn zachtst gezegd nogal gespannen”, merkt Vermeersch tot slot op. “Aan Franstalige kant houdt men al te gemakkelijk vast aan de verouderde werkmethodes en regels uit het verleden. Dat zorgt mee voor de fouten waar het Rekenhof naar verwijst. Nochtans worden de bestuurders van deze instellingen niet slecht betaald: de absolute topman verdient volgens een raming van Cumuleo tussen de 308.000 en 413.000 euro bruto per jaar. Met zo ’n salaris mag de man wel orde op zaken stellen.”