Persberichten
dinsdag, 22 jun 2021

Bedrag onbetaalde kilometerheffing-boetes buitenlandse vrachtwagens loopt fors op

Terwijl het openstaande bedrag aan kilometerheffing-boetes aan vrachtwagenchauffeurs uit eigen land tussen 2019 en 2020 is gedaald, is het openstaande bedrag aan boetes aan buitenlandse transportfirma’s fors gestegen. Voor Franse en Nederlandse vrachtwagens op één jaar tijd zelfs met 130%. Dat blijkt uit het antwoord van Vlaams minister van Financiën Matthias Diependaele op een parlementaire vraag van Vlaams Volksvertegenwoordigster Carmen Ryheul (Vlaams Belang). Ryheul dringt nu aan op een veel kordatere aanpak: “Vlaanderen ontloopt zo niet alleen miljoenen inkomsten, maar dit leidt bovendien ook tot een onrechtvaardig concurrentieel nadeel voor onze eigen bedrijven.”

In 2020 was de totale openstaande schuld voor vrachtwagens met Belgische nummerplaat met 11% gedaald van 504.249,05 euro tot 450.214,35 euro. Voor buitenlandse vrachtwagens daarentegen was er voor elk van de vijf nationaliteiten met het hoogste boetebedrag telkens een stijging die in een aantal gevallen fors is. Voor Nederlandse en Franse vrachtwagens steeg het bedrag aan openstaande boetes met liefst 130% (van 192.700 tot 444.750 euro voor Nederlandse en van 100.850 euro tot 232.300 euro voor Franse vrachtwagens). Voor Poolse vrachtwagens steeg het openstaande bedrag met 75% (van 238.830,53 tot 418.784,48 euro), voor Roemeense vrachtwagens met 23% (van 253.847,41 tot 311.600 euro) en voor Spaanse vrachtwagens met 3% (van 259.50 tot 266.400 euro).

“Absurd dat op het Europese bevoegdheidsniveau dat zich tegenwoordig op allerlei domeinen opdringt om de bevoegdheden van de lidstaten te beperken nog geen oplossing kon gevonden worden om de inning van dergelijke boetes te faciliteren”

Terwijl het inningspercentage voor vrachtwagens uit eigen land zowat jaar na jaar verhoogt (63,8% in 2016, 61,5% in, 2017, 72,3% in 2018, 75,9% in 2019 en uiteindelijk zelfs 81,9% in 2020), slabakt de inning van boetes bij buitenlandse transportfirma’s (71,4% in 2016, 62% in 2017, 68% in 2018, 66,9% in 2019 en amper 66,7% in 2020). De minister zet zijn hoop op meer samenwerking tussen de EU-lidstaten om de invordering te kunnen faciliteren en verwijst naar een eventuele herziening van de Eurovignetrichtlijn 1999/62/EG die het juridisch kader creëerde voor de invoering van tolheffing voor zware vrachtwagens. Dit kan misschien soelaas brengen qua controlemogelijkheden. Op 29 januari 2021 zijn de onderhandelingen tussen de Raad en het Europees Parlement over de herziening van de Eurovignetrichtlijn van start gegaan.

“Absurd dat er nog geen oplossing kon gevonden worden om de inning van dergelijke boetes te faciliteren”, reageert Ryheul. Het parlementslid is bovendien weinig onder de indruk van het aantal getakelde voertuigen. “Voor 2020 wordt voor het lage aantal (21) verwezen naar de beperkingen van de coronacrisis, maar ook voor de andere jaren is het aantal volgens haar allerminst spectaculair te noemen: Op 4 jaar – van 2016 tot en met 2020 – werden er amper 137 vrachtwagens getakeld. Dit staat geenszins in verhouding tot het totale bedrag van de openstaande boetes.”

“Ik roep de regering dan ook op om dringend werk te maken van een kordatere inning, niet alleen omdat een gevoel van straffeloosheid moet vermeden worden die onze schatkist niet alleen veel geld kost”, besluit Ryheul, “maar ook omdat een niet-inning van boetes bij buitenlandse transportfirma’s leidt tot een concurrentieel nadeel voor onze eigen bedrijven dat vanzelfsprekend absoluut moet vermeden worden.”