Amper aangepaste woningen voor mensen met handicap bij huisvestingsmaatschappijen
In Vlaanderen zijn er 3.987 sociale woningen die aangepast zijn voor personen met een handicap. Daarmee maken deze aangepaste woningen 2,4 procent uit van het sociale huurpatrimonium. Dat blijkt uit het antwoord dat Vlaams Parlementslid Ilse Malfroot (Vlaams Belang) ontving van minister van Wonen Matthias Diependaele. “Sommige maatschappijen blijven echter in gebreke en bieden amper aangepaste woningen aan: bij twaalf maatschappijen betreft het minder dan 1 procent van het aanbod. Eén biedt zelfs geen enkele aangepaste woning aan. Ik roep hen op dringend hun verantwoordelijkheid te nemen”, reageert Malfroot.
Om aan de nood tot betaalbare huisvesting voor mensen met een handicap met een lager inkomen tegemoet te komen, worden er sociale woningen voorzien die aangepast zijn aan hun noden zodat zij er zelfstandig kunnen functioneren. Van de 166.005 sociale woningen in Vlaanderen zijn er 3.987 (2,4 procent) aangepast aan de noden van personen met een handicap. Uit cijfers die Malfroot opvroeg blijkt echter dat er tussen de provincies en de huisvestingsmaatschappijen onderling grote verschillen zijn. Limburg scoort met 3,4 procent van het totale woningaanbod dat aangepast is het best. De provincie Antwerpen met 1,7 procent het slechtst. In Vlaams-Brabant en West-Vlaanderen zijn telkens 2,9 procent van de sociale woningen aangepast. Oost-Vlaanderen scoort ondergemiddeld met 2,2 procent.
“Het is beschamend dat sommige huisvestingsmaatschappijen amper of zelfs geen inspanningen doen om sociale woningen aan te passen aan de noden van mensen met een handicap”
De verschillen zijn echter nog veel groter tussen de huisvestingsmaatschappijen. Sommige maatschappijen scoren erg goed. Koploper is de Lierse Maatschappij voor de Huisvesting met 10 procent van het aanbod dat aangepast is. Andere maatschappijen met een groot aanbod van aangepaste woningen zijn Maatschappij voor de Huisvesting van het kanton Heist-op-den-Berg (6,7 procent), Ons Dak (6,1 procent), Woonpunt Zennevallei (6 procent), Wonen Regio Kortrijk (5,7 procent) en SHM Denderstreek (5,1 procent). Er zijn echter ook veel maatschappijen die bijzonder slecht scoren. Bij twaalf sociale huisvestingsmaatschappijen is minder dan 1 procent van het aanbod aangepast. Bij vier maatschappijen is dit zelfs minder dan 0,5 procent: Woonanker Waas (0,4 procent), Woonhaven Antwerpen (0,3 procent), De Gelukkige Haard (0,3 procent) en De Gentse Haard, die zelfs geen enkele aangepaste woning heeft.
“Het is beschamend dat sommige huisvestingsmaatschappijen blijkbaar amper of zelfs geen inspanning doen om in een redelijk aanbod van aangepaste sociale woningen te voorzien. Mensen met een handicap hebben volgens onderzoek nochtans dubbel zoveel risico om in armoede te belanden”, reageert Malfroot. “Hun persoonlijk inkomen ligt liefst 23 procent lager dan dat van personen zonder handicap. Ik wil bij deze dan ook een oproep doen aan de politieke verantwoordelijken om alsnog dringend werk te maken van een degelijk aanbod. Het is onaanvaardbaar dat mensen met een handicap door het beperkte aanbod op een wachtlijst terecht komen en dan maar privaat moeten huren waar ze vaak terecht komen in woningen in vele gevallen die niet geschikt zijn, maar wel duur.”
