Afschaffing Senaat: “Na de woorden moeten er daden volgen”
Het Vlaams Belang reageert tevreden, maar ook enigszins wantrouwig, over de bocht van Open Vld omtrent de afschaffing van de Senaat. “Het mag niet bij woorden blijven,” stelt fractievoorzitter in de Senaat Guy D’haeseleer (Vlaams Belang). “Na de woorden moeten er ook daden volgen, want de senaat is een nutteloze praatbarak en kost de belastingbetaler handenvol geld.” Het Vlaams Belang wijst er verder op dat Open Vld al meer dan 20 jaar pleit voor de afschaffing van de senaat en al even lang aan de macht is.
Dit weekend heeft Open Vld zich bij monde van partijvoorzitter Egbert Lachaert en senaatvoorzitter Stephanie D’Hose uitgesproken voor ‘een spoedige afschaffing van de Senaat’. Ze gebruiken hierbij een analyse die het Vlaams Belang al veel eerder heeft gemaakt. Vorig jaar nog publiceerde de laatstgenoemde partij een onderbouwde brochure over het onnut van de Senaat en de noodzaak om deze instelling af te schaffen. “Het is immers duidelijk dat deze instelling de belastingbetaler elk jaar handenvol geld kost, maar feitelijk geen enkele reden van bestaan meer heeft”, reageert D’haeseleer. Dat heeft ze sinds 2014, toen ze hervormd werd tot wat ze nu is, dan ook ten overvloede bewezen.
“Als er een verborgen agenda zit achter de Open Vld-voorstellen, zal daar nog een hartig woordje over gesproken moeten worden”
“Wanneer wij in het verleden pleidooien hielden voor de afschaffing van de Senaat, dan werd daar vanuit Open Vld-hoek eerder meewarig over gedaan”, reageert D’haeseleer. “Dit is dan ook een flinke bocht die Open Vld neemt, een bocht die wij weliswaar begroeten, maar waarvan men zich kan afvragen of die niet eerder door populisme of door een andere, verborgen agenda, dan wel door reële intenties wordt ingegeven. Zo’n zaken worden normaliter beslist in een regeerakkoord, dus allicht gaat het hier meer over een PR-stunt dan om een echte politieke aankondiging. Maandag vergadert het Bureau van de Senaat en ik ga er dan ook de vraag op tafel gooien om ter zake een commissie in het leven te roepen.”
Het Vlaams Belang staat ook wantrouwig tegenover een aantal andere ideetjes die D’Hose en Lachaert daaraan koppelen. “De Senaat omvormen tot een zogenaamd burgerparlement komt in feite neer op de voortzetting van de instelling in opnieuw een andere, maar even nutteloze vorm”, merkt D’haeseleer op. “Dergelijke zogenaamde burgerparlementen zijn immers hoegenaamd niet representatief en hebben bijgevolg geen enkele democratische legitimiteit of meerwaarde. Als men de burger écht meer bij het beleid wil betrekken, iets waar het Vlaams Belang absolute voorstander van is, dan komt in de eerste plaats het referendum daarvoor in aanmerking.”
“En het idee om de ‘parlementaire commissie belast met de evaluatie van de staatshervormingen sinds 1970’ al in februari om te vormen tot een commissie die zich over de toekomst van de Senaat moet buigen, komt in feite neer op een eersteklasbegrafenis van deze commissie”, vervolgt D’haeseleer. “Die heeft zich tot op heden immers nog maar over drie thema’s gebogen. Een opdoeking van deze commissie zou dan ook neerkomen op het verwijzen naar de Griekse kalender van een grondige hervorming van alle instellingen”, besluit D’haeseleer. “Als dat de agenda is die schuilt achter de huidige demarche van Open Vld, dan zal daar nog een hartig woordje over gesproken moeten worden.”