Aantal boetes voor overtredingen inzake inburgeringsverplichtingen gestegen met 52%
Wie in het kader van het Vlaamse inburgeringsbeleid zijn verplichtingen niet nakomt, kan een boete opgelegd krijgen. In 2020 werden 879 inbreukdossiers vastgesteld, waarvan in 315 gevallen de boete niet betaald werd. Dat blijkt uit het antwoord van minister van Integratie en Inburgering Bart Somers (Open Vld) op een vraag van Vlaams Parlementslid Guy D'haeseleer (Vlaams Belang).
Het aantal boetes voor het niet nakomen van de inburgeringsverplichtingen - zich niet aanmelden voor de inburgering of het niet regelmatig bijwonen van de lessen - stijgt jaarlijks: 152 in 2017, 353 in 2018, 576 in 2019 en nu 879 in 2020. Ook tussen 2019 en 2020 is er dus opnieuw een forse stijging met 52%. Een boete van 100 euro is de meest opgelegd sanctie, meer dan 40% van de opgelegde boetes bedraagt 100 euro.
Opvallend: van de 879 boetes die in 2020 werden opgelegd werd in 520 gevallen de boete na 1 maand niet betaald, waarna er een aanmaning werd verstuurd. Van de 520 boetes waarvoor een aanmaning werd gestuurd, werd in 315 gevallen de boete ook na deze aanmaning niet betaald. Uiteindelijk zijn die 315 dossiers – waarbij na aanmaning niet betaald werd - doorgestuurd naar de Vlaamse Belastingdienst, die 56 boetes kon innen. Over 10 boetes oordeelde de deurwaarder dat ze niet te innen vallen, omdat de persoon niet de middelen heeft om te betalen of niet meer op zijn initiële adres woont. De overige dossiers zijn nog hangende.
Wie zijn voeten veegt aan zijn inburgeringsverplichtingen, mag geen verblijfsvergunning krijgen
Voor het Vlaams Belang moeten er duidelijke signalen worden gegeven dat onze Vlaamse samenleving niet aanvaardt dat nieuwkomers in ons land al van meet af aan hun voeten vegen aan hun wettelijke verplichtingen, en zelfs weigeren een boete daarvoor te betalen. “Het valt zeer te betwijfelen of dergelijke mensen ooit een meerwaarde zullen hebben voor onze Vlaamse samenleving”, aldus D’haeseleer.
Hij dringt er dan ook op aan dat deze boetes voor de betrokkenen niet de enige sanctie mogen zijn op dit onmiskenbare gebrek aan respect voor het gastland. “Als regel zou moeten gelden dat wie zo manifest zijn voeten veegt aan zijn inburgeringsverplichtingen, zijn verblijfsvergunning moet verliezen.” De wetgeving inzake het verblijf is echter een federale Belgische bevoegdheid. D’haeseleer vraagt dan ook aan Bart Somers om zijn federale collega Sammy Mahdi (CD&V), bevoegd voor immigratie, hierop aan te spreken. Het Vlaams Belang dringt overigens al lang aan op de uitbouw van objectieve inburgeringsexamens, waarbij het slagen als voorwaarde zou gelden voor het bekomen van een verblijfsvergunning.