Niet-EU-burgers doen veel langer beroep op leefloon
Het Vlaams Belang wil de sociale zekerheid voor geïmmigreerde gelukszoekers stevig beperken. “Die is immers volslagen onbetaalbaar”, zegt Kamerlid Ellen Samyn (Vlaams Belang) die hierover cijfers opvroeg bij minister voor Pensioenen en Maatschappelijke Integratie Karine Lalieux (PS). “Het zijn de niet-EU-burgers die het langst beroep doen op een leefloon.”
Wie geen of nauwelijks bestaansmiddelen heeft, kan via het OCMW een leefloon ontvangen. Zowel mensen met de Belgische nationaliteit als vreemdelingen van binnen of buiten de EU kunnen hier beroep op doen. Ook zogenaamde ‘vluchtelingen’ kunnen een leefloon krijgen. Wie in 2020 in dit land van een leefloon kon genieten, deed dat gemiddeld voor 8,5 maanden lang. “In Vlaanderen kregen leefloners gemiddeld 7,5 maanden een uitkering, in Wallonië 8,6 maanden en in het Brussels Gewest 8,9 maanden”, aldus Samyn.
Maar niet enkel de verschillen tussen de drie gewesten zijn significant, ook die tussen mensen met de Belgische nationaliteit, EU-burgers en niet-EU-burgers. “Niet-EU-burgers maken duidelijk veel langer gebruik van een leefloon dan EU-burgers en mensen met de Belgische nationaliteit”. Voor het hele land gaat het om 7,9 maanden (EU-burgers), 8,2 maanden (Belgische burgers) en 9,2 maanden (niet-EU). In Vlaanderen is dat respectievelijk 6,7 maanden, 6,9 maanden en 8,4 maanden; en in Brussel 8,3 maanden, 8,7 maanden en 9,4 maanden.
“Het leefloon voor niet-Europese vreemdelingen kostte vorige legislatuur 1,4 miljard euro”
Ook bij de verdeling van de leeflonen is het duidelijk dat de ongebreidelde immigratie een zware kost is voor onze sociale zekerheid, en dat massale immigratie niet combineerbaar is met een verzorgingsstaat. Zo spendeerde de vorige regering (Michel) op vier jaar tijd maar liefst 1,4 miljard euro aan leeflonen voor niet-Europese vreemdelingen.”
Het Vlaams Belang wil dan ook de toegang tot sociale zekerheid voor vreemdelingen die nog nooit hebben bijgedragen aan onze sociale zekerheid streng beperken. “Sociale bijdragen van vreemdelingen moeten in een aparte sociale kas gestort worden”, besluit Samyn. “En enkel uit die kas kunnen vervolgens sociale uitkeringen betaald worden.”