Nederlandstaligen schromelijk ondervertegenwoordigd bij NMBS
Van de 17.603 personeelsleden die de NMBS eind 2021 in dienst had was slechts 53 procent Nederlandstalig en 47 procent Franstalig. “Dat is een veel te lage vertegenwoordiging van Nederlandstaligen”, zegt federaal volksvertegenwoordiger Frank troosters (Vlaams Belang). “Onze bevolking is samengesteld uit ongeveer 60 procent Nederlandstaligen en 40 procent Franstaligen. Het zou dus logisch zijn deze verhouding terug te vinden binnen onze overheidsbedrijven, maar dat is duidelijk niet het geval binnen de NMBS.”
“Het kan nauwelijks een verrassing zijn dat de Franstaligen binnen het personeelsbestand van de NMBS oververtegenwoordigd zijn”, aldus Troosters. “Dit land kent nu al vijf Franstalige ministers, bevoegd voor de NMBS, op rij. Van Melchior Wathelet (Les Engagés), Catherine Fonck (Les Engagés), Jacqueline Galant (MR) en François Bellot (MR) tot de huidige verantwoordelijke minister, Georges Gilkinet (Ecolo).
“De bestaande wanverhouding tussen Nederlandstaligen en Franstaligen binnen het NMBS-personeelsbestand wordt nog verder scheefgetrokken”
Opmerkelijk is ook dat de Franstaligen binnen het contingent van personeelsleden met een contractueel statuut zelfs in de meerderheid zijn. “Zij vertegenwoordigen 53 procent van de personeelsleden met een contractueel statuut”, vervolgt Troosters, die hierover de cijfers opvroeg bij minister Gilkinet. “En het probleem verergert nog. In 2021 bestond het aantal bijkomende aanwervingen bij de NMBS (984) voor 48 procent uit Franstaligen. Dat men daarbij vooral misbruik maakt van de mogelijkheid tot het contractueel aanwerven van personeel is duidelijk: van de 312 contractuele aanwervingen was 57 procent bestemd voor Franstaligen.”
“De NMBS heeft al jaren geen taalkaders, en dat dit niet toevallig is, bewijzen deze cijfers”, besluit Troosters. “Ik zal de bevoegde minister Gilkinet ondervragen over de bestaande wanverhoudingen binnen het NMBS-personeelsbestand en aandringen op onmiddellijke maatregelen om tot een correcte invulling van het personeelsbestand te komen inzake taalverhoudingen.”