Haatpredikers krijgen nog altijd vrij spel
In de nasleep van de terreuraanslagen in Parijs, einde 2015, kondigde de regering een batterij maatregelen aan, onder meer voor de aanpak van haat- en terreurpredikers. Wat deze laatste betreft stelde de eerste minister op 19 november 2015 in de Kamer meer bepaald dat haatpredikers onder huisarrest zouden worden gezet.
Barbara Pas vroeg de minister van Justitie wat er van die maatregel geworden is. Het antwoord blijkt ‘niets‘ te zijn. In de gemeenschappelijke gegevensbank haatpropagandisten zijn momenteel immers niet minder dan 80 ‘Belgische’ haatpropagandisten opgenomen, naast nog eens 14 buitenlandse haatpropagandisten. Maar van die 94 sujetten staat er momenteel welgeteld slechts één onder elektronisch toezicht.
Barbara Pas: “Ik kan alleen maar vaststellen dat deze maatregel dode letter is gebleven. Wat mij echter het meeste verbaast, is dat er naast haatpredikers met Belgische nationaliteit, zich hier ook nog eens 14 haatpredikers met buitenlandse nationaliteit bevinden. Als men het mij vraagt, zouden toch minstens dié op staande voet het land moeten worden uitgezet, maar zelfs dat gebeurt blijkbaar niet. Wat die met Belgische nationaliteit betreft, is het Vlaams Belang van oordeel dat hen deze nationaliteit moet worden ontnomen waar dat enigszins mogelijk is, zodat die ook uit dit land kunnen worden verwijderd. Maar ook daar maakt men blijkbaar geen aanstalten toe. Voor mij is er dan ook maar één besluit mogelijk: de radicale islam blijft met deze regering verder vrij spel krijgen in dit land. Zolang men deze haatpredikers niet aanpakt, is het immers duidelijk dat het dweilen blijft met de kraan open, want op die manier dijkt men de verspreiding van het moslimextremisme niet in, maar gedoogt men het integendeel, indien men het daarmee al niet bevordert.”